Dinsdagmiddag 27 juni zijn opnieuw wereldwijd bedrijven getroffen door een ransomware-uitbraak. Het virus lijkt op sterk op het eerder verschijnen WannaCry-virus. De gevolgen zijn echter stukken ingrijpender. Op dit moment heeft het in Nederland al meer slachtoffers veroorzaakt. Het virus wordt Petya en Not-Petya genoemd.
Ransomware, ook wel gijzelsoftware genoemd, versleutelt belangrijke bestanden en eist losgeld (meestal in Bitcoin). Dit losgeld is nodig om de bestanden weer vrij te geven. Deze virussen maken misbruik van lekken in de beveiliging van organisaties. Zo komen ze binenn en installeren een blokkade op de computer. Het vermoeden is dat malafide e-mails een rol spelen bij de verspreiding.
De gevolgen van het nieuwe virus zijn ook veel ingrijpender dan bij WannaCry. Back-ups terugzetten heeft geen zin, want deze ransomware maakt Windows onbruikbaar. Bedrijven moeten hun systemen daarom opnieuw installeren, waardoor de hersteltijd langer is dan bij WannaCry. Het virus is bovendien ontworpen met de insteek om zich razendsnel te verspreiden en lijkt zich voornamelijk te richten op verwoesting.
Het zou mogelijk zelfs als een testaanval gezien kunnen worden. Zo kunnen lekken eenvoudig gedetecteerd worden. Deze lekken kunnen dan gebruikt worden voor een nog veel omvangrijkere ransoware-aanval in de toekomst.